De ‘Venema’ meet wereldwijd suikergehalte

dec 1, 2017

Waar suikerbieten zijn, is Venema Installations. Het in de Eemshaven gevestigde bedrijf meet het suikergehalte in bieten. Over de hele wereld. Dankzij een financiering van het GROEIfonds slaat Venema de vleugels nog verder uit.

In Egypte, in Mexico, in Bulgarije, in de VS, in heel veel landen tussen de dertigste en zestigste breedtegraad. Daar is de ‘Venema’ een soortnaam geworden, sinds het Groningse bedrijf zich volledig ging toeleggen op de suikerbietenindustrie. ,,Ja, we worden dan gebeld met de mededeling dat er iets vervangen moet worden in de Venema. Prachtig toch?’’ Bert Goslinga is directeur van de onderneming. ,,Wat wij maken is uniek in de wereld. Er zijn best bedrijven die delen van wat wij doen kunnen, maar het hele systeem turn key van A tot Z opleveren, doet verder niemand.’’

28 grams monster uit 48 kilo bieten

Ooit werden boeren afgerekend op het aantal kilo’s bieten dat ze bij de suikerfabriek afleverden. Tot de jaren zeventig. Toen leek het de fabrieksdirecteuren logischer om af te rekenen op basis van het suikergehalte in de bieten. En dat was het moment waarop Venema de markt betrad en overwon.

“Kijk maar eens naar die foto aan de muur. Je ziet een vrachtwagen met bieten onder een installatie doorrijden. Daar neemt onze machine een monster van 48 kilo uit de wagen. Dat krijgt een volgcode en wordt automatisch getransporteerd naar het gebouw ernaast, het tarreerlokaal. Dat is een laboratorium, waar de bieten worden gewassen en gesneden en tot een brij van een halve kilo verwerkt. Daaruit wordt weer een monster van zo’n 28 gram gehaald en dát gaat naar de analyzer. Die bepaalt precies het suikergehalte.”

Eemshaven natuurlijk

Wie zich realiseert dat Venema die hele constructie zelf tekent, fabriceert en assembleert, snapt dat het bedrijf drie jaar geleden van Groningen naar Eemshaven verhuisde. ,,Wij bouwen het hier helemaal op, testen alles. Uiteindelijk is een hele serie zeecontainers nodig om zo’n installatie netjes te kunnen vervoeren. Kijk, vanuit het kantoor kijk je zo op de schepen waarop de containers gaan.’’

Goslinga nam het bedrijf drie jaar geleden met nog een paar investeerders over uit een faillissement. ,,We hebben matige tijden gekend, maar het geloof is nooit weggegaan. De financiële crisis, maar vooral het wachten op een politiek besluit over het suikerbietenquotum heeft ons getroffen. Maar nu gaat het weer goed.’’

Zo goed, dat Goslinga en de zijnen hard vooruit willen. ,,Wij hebben de afgelopen jaren heel veel geïnvesteerd in de modernisering van ons bedrijf. Betere software, betere systemen, betere marketing. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen.’’

Meer meten

De suikermeetsystemen die veertig jaar geleden nog hypermodern waren, zijn toe aan een update. ,,We reizen nu de wereld over om oudere Venema’s aan te passen. Al die projecten moeten we zelf voorfinancieren. En zeker als je het over een geheel nieuwe installatie hebt, dan gaat het over miljoenen.’’

Waar haal je zo veel geld vandaan? ,,Via via hoorde ik van het GROEIfonds. En ik moet zeggen: dat was snel geregeld. Mooi dat er zo’n pot is speciaal voor ons gebied. We hebben een achtergestelde lening ontvangen waarmee we ook weer kostbare investeringen kunnen doen.’’

Want als je zo goed bent in het meten van het suikergehalte in bieten… ,,Ja, dan kunnen we dat ook in andere markten. We zijn langzaam maar zeker in de rietsuikerwereld aan het duiken.’’ Maar daar stopt het niet bij. De aardappelindustrie bijvoorbeeld, is een logische uitbreiding. ,,We zijn van alles aan het bedenken nu, want we kunnen gewoon veel en hebben nu weer de ruimte er echt iets mee te doen.’’